Een schuifmaat of schuifpasser is een meetinstrument waarmee buitenmaten, binnenmaten en dieptematen tot een nauwkeurigheid van 0.1 of 0.05 mm gemeten kunnen worden. Hiermee meet een schuifmaat veel nauwkeuriger dan een liniaal of duimstok.
Soorten schuifmaten
Er bestaan drie typen schuifmaten:
- analoge schuifmaat,
- digitale schuifmaat en
- klokschuifmaat.
Zij onderscheiden zich door de manier van aflezen van het meetresultaat. Bij een analoge schuifmaat worden met behulp van een nonius de cijfers achter de komma bepaald, een digitale schuifmaat heeft een digitaal schermpje waarop het meetresultaat verschijnt en de klokschuifmaat heeft een meetklok waarop de cijfers achter de komma afgelezen kunnen worden.
Schuifmaten voor linkshandige
Voor de linkshandige klusser zijn analoge, digitale en klokschuifmaten te koop. Deze zijn vaak duidelijk duurder dan de “gewone” schuifmaat.
Onderdelen van een schuifmaat
Een schuifmaat bestaat uit de volgende onderdelen:
- Vast gedeelte
Op het vaste gedeelte zit een meetlat of liniaal welke in millimeter verdeeld is en vaak ook in inches.
Aan een uiteinde bevinden zich aan weerskanten een kleine en een grote meetbek. - Slede
Op het vaste gedeelte met de meetlat zit een verschuifbaar gedeelte. Op deze slede zitten aan weerskanten een grote en een kleine meetbek en het gedeelte waar het meetresultaat afgelezen kan worden. Bij een analoge schuifmaat wordt het meetresultaat op een nonius afgelezen, bij een digitale schuifmaat op een kleine digitale scherm en bij een klokschuifmaat op een meetklok.
Verder zit aan de slede ook de dieptepen bevestigd. - Nonius
Op het verschuifbare gedeelte zit bij een analoge schuifmaat een nonius getekend. De nonius is een secundaire schaal met een afwijkende maatindeling die het mogelijk maakt om op tiende millimeters nauwkeurig te kunnen meten. Bijvoorbeeld voor de gebruikelijke schuifmaten is de nonius in delen of meervouden van 0.9 mm verdeeld; hiermee kan je op 0.1 mm nauwkeurig meten. Een andere vaak voorkomende indeling is dat de nonius in delen of meervouden van 0.95 mm verdeeld is wat het meten van 0.05 mm toelaat. - Blokkeerschroef of vastzetschroef
Op de slede zit een schroef waarmee deze na het meten vastgezet kan worden om het meetresultaat niet te verliezen en rustig te kunnen aflezen. - Meetbekken
De meetbekken bevinden zich aan een uiteinde van de meetlat. Aan weerskanten zitten grote meetbekken voor het meten van buitenmaten en kleine meetbekken voor het meten van binnenmaten. Een van de bekken kan verschoven worden over het vaste gedeelte zodat voor het meten van een buitenmaat het te metende voorwerp tussen de grote meetbekken geklemd kan worden, of voor het meten van een binnenmaat de kleine meetbekken aan de binnenkant van het voorwerp aansluiten. - Meetpen of dieptepen
Het schuifmaat kan ook als diepteschuifmaat gebruikt worden. Aan het andere uiteinde verschijnt bij het schuiven van het losse gedeelte een meetpen. Hiermee kunnen dieptematen gemeten worden.
Verschil analoge, digitale en klokschuifmaat
Het aflezen van het meetresultaat is het gemakkelijkst met een digitale schuifmaat. De afleesfout zal bij een digitaal gepresenteerd resultaat lager zijn dan bij de andere twee soorten. Maar dit betekent niet dat digitale schuifmaten nauwkeuriger meten.
Digitale en klokschuifmaten zijn over het algemeen duurder dan analoge schuifmaten van vergelijkbare kwaliteit.
Omdat digitale en klokschuifmaten extra elektronica en mechanische delen hebben, zijn zij minder bestand tegen vocht of stoten dan de analoge schuifmaat.
Voor alle schuifmaten geldt dat de meetbekken niet beschadigd mogen zijn en de liniaal en dieptepen niet verbogen mogen zijn. Dit levert namelijk foute meetresultaten op.
Gebruik van de schuifmaat
Gebruiksregels
Om een accuraat meetresultaat te verkrijgen is het noodzakelijk dat de meetvlakken schoon en onbeschadigd zijn.
Verder is het belangrijk dat de meetbakken goed geplaatst worden:
- Bij buitenmetingen moeten de bekken loodrecht op het werkstuk geplaatst worden en het werkstuk staat zoveel mogelijk in het midden van de buitenbekken.
- Bij binnenmetingen dient erop gelet te worden dat de meetbekken zuiver door het midden en evenwijdig aan de lengteas geplaatst worden.
- Bij dieptemetingen mag de meetstift niet verbuigen.
Aflezen van het meetresultaat
Digitale schuifmaat
Het aflezen van de digitale schuifmaat is het gemakkelijkst: Het meetresultaat wordt op het scherm weergegeven.
Klokschuifmaat
Bij een klokschuifmaat worden op de meetklok de cijfers achter de komma aangegeven. De waarde voor de komma wordt op de liniaal afgelezen.
Analoge schuifmaat
Het aflezen van een analoge schuifmaat is iets ingewikkelder.
Op het liniaal worden de millimeters afgelezen en met behulp van de nonius de cijfers achter de komma.
Het millimeterstreepje dat of precies samenvalt met de nullijn van de nonius of links van de nullijn staat geeft het aantal millimeters aan.
Als de nullijn van de nonius precies samenvalt met een millimeterstreep op het liniaal, staat een nul achter de komma.
Als de nullijn van de nonius tussen twee millimeterstrepen zit, kunnen de cijfers achter de komma afgelezen worden door de streep op de nonius te vinden die precies met een millimeterstreep op het liniaal samenvalt.
Voor verder uitleg, zie de volgende afbeelding.
Voorbeelden voor het meten met een analoge schuifmaat
Buitenmaat meten

Binnenmaat meten

Geef een antwoord
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.