Gloeilamp
Voor gloeilampen zijn alle dimmers geschikt. Let wel dat een goedkope dimmer, die met faseaan- of faseafsnijding werkt, je gloeilamp aan het zoemen kan brengen, zie het hoofdstuk Dimmer zoemt.
Halogeenlamp
Als de halogeenlamp op 230 V aangesloten is zijn alle dimmers geschikt. Voor halogeenlampen, die met 12 V werken en op een elektronische trafo aangesloten zijn is een tronic dimmer nodig.
Spaarlamp
De meeste nieuwe modellen van spaarlampen werken met een TRIAC dimmer. Op de verpakking staat dan een dimbaar-symbool.
TL-buis
Om een TL-buis te kunnen dimmen is een TRIAC dimmer plus een regelbaar elektronisch voorschakelapparaat, afgekort: EVSA (R), nodig.
LED lamp
Tegenwoordig zijn er led-lampen met een gloeilampfitting, die met een tronic dimmer werken, dit staat op de verpakking vermeld. Dit is de makkelijkste manier.
Voor LED-lampen, die op 12 V gelijkstroom aangesloten zijn is een pulsbreedtemodulatie (PWM) dimmer nodig.
Let ook op het minimale vermogen dat voor de dimmer nodig is. Dit vermogen moet bereikt worden door de aangesloten lampen. LED lampen hebben doorgaans een heel laag vermogen, meestal rond de 10 tot 20 W. Daarop moet het minimale vermogen van de dimmer aangepast zijn.
Dimmer zoemt
Vooral met goedkope dimmers lijkt het vaak, als of de dimmer bromt of zoemt.
Wat je hoort is eigenlijk de vibratie van het gloeidraadje in de gloeilamp. Deze vibratie ontstaat, omdat de spanning door de dimmer heel abrupt onderbroken wordt. De plotselinge spanningsveranderingen veroorzaken net zo plotselinge stroomveranderingen, welke wederom een snel variëerend magneetveld in de kleine spoel van de gloeilampdraad veroorzaken. Het kleine spoeltje wordt dan een kleine magneet, wiens magneetveld heel snel van polariteit veranderd, waardoor het spoeltje begint te vibreren. Deze vibratie kan je horen. Het snel veranderende magneetveld genereert ook radiosignalen die een radio of tv in de buurt beïnvloeden kunnen.
In de wat duurdere dimmers zit extra electronica die de spanningsveranderingen geleidelijker maakt, waardoor het magneetveld in het gloeidraadspoeltje langzamer veranderd.
Dimmer werkt niet
Meestal merk je het pas als je de lampen al vervangen hebt: De dimmer is kapot.De meest waarschijnlijke oorzaak is dat de zekering doorgebrand is. De zekering is meestal een glaszekeringetje voor rond de 1.5 A. De precieze waarde die je nodig hebt staat op de behuizing van de dimmer vermeld. De volgende foto’s laten een voorbeeld zien.
Het is ook nog nodig om te achterhalen waarom de zekering van je dimmer doorgebrand is. Vaak komt het, omdat bij het kapotgaan van een lamp soms hoge stromen kunnen ontstaan die het zekeringetje overbelasten.
Dimmer aansluiten
Een dimmer aansluiten lijkt heel erg op het aansluiten van een gewone schakelaar. De meeste dimmers hebben twee of drie aansluitingen. Diegene met drie aansluitingen kunnen in een wisselschakeling gebruikt worden.
Niet alle dimmers zijn geschikt om samen met andere schakelaar gebruikt te worden. Dit staat op de verpakking van de dimmer vermeld.
De symbolen met welke de aansluitingen gemarkeerd zijn variëren. De volgende tabel laat de meest gebruikelijke symbolen en de betekenis zien:
faseaansluiting (bruine fasedraad of zwarte schakeldraad) | lampaansluiting (zwarte schakeldraad) | 2de faseaansluiting aan wisselschakelaar (zwarte schakeldraad) |
---|---|---|
L | P | 2 (of een ander getal) |
L | L | |
⬆︎ | ⬆︎ |
De volgende afbeeldingen laten de schakelingen zien.
- Pagina
- 1
- 2