Aarde is nodig om de elektrische installatie in een huis veilig voor de mens te maken. Om je meterkast aan aarde aan te kunnen sluiten wordt in de praktijk een aardpen oftewel een metalen aardelektrode in de grond ingebracht, diep genoeg om het grondwater te raken. Hieraan wordt de aardleiding van de meterkast en vaak ook de bliksemafleider verbonden.
Vanuit de meterkast wordt een aardedraad in het huis verdeeld. Deze aardedraad is in Nederland tegenwoordig doorgaans groen-geel geïsoleerd. Voor 1970 was hij grijs of wit. De aardedraad wordt gebruikt voor het aarden van wandcontactdozen zodat apparaten met metalen behuizing (bijvoorbeeld koelkast, magnetron) geaard zijn via hun stekkers en het aansluiten van het centrale aardingspunt (CAP) in vochtige ruimtes zoals de badkamer.
Materiaal en afmeting van een aardpen
De aardpen is gemaakt van verzinkt of verkoperd staal. Hij is meestal 3 m lang en heeft een diameter van circa 12 mm. 3 m is vaak niet lang genoeg om het grondwater te bereiken. Daarom moeten meerdere aardpennen aan elkaar gekoppeld worden om de vereiste diepte te bereiken.
Vroeger
Vroeger werd voor het aarden het waterleidingnetwerk gebruikt, maar tegenwoordig zijn veel waterleidingen van kunststof en geleiden geen stroom. Aarden via het waternetwerk werkt dus vaak niet meer!